In de jaren ’80 waren De Kiekeboes nog lang niet het grote succes van nu. Maar de verkoopcijfers gingen gestadig omhoog. Dat was ook Manu Van Treeck, toenmalig directeur strips bij Standaard Uitgeverij, niet ontgaan. Het Vandersteen-imperium vertoonde zijn eerste barsten en regelmatig bereikten me berichten dat Standaard interesse in me had.

Aan de andere kant begon het werk me stilaan boven het hoofd te groeien. Ik deed alles nog alleen. Een bezoek aan de kapper gooide mijn hele werkweek overhoop. Bovendien kroop de routine erin. Verhalen bedenken vond ik het allerleukste. Personages uitschetsen bleef over het algemeen boeiend. Maar tien keer opnieuw hetzelfde decor tekenen, was op den duur strontvervelend. En dan alles nog een keer overdoen met inkt. Het werd stilaan tijd voor een medewerker. Maar iemand fulltime in dienst nemen, was financieel niet haalbaar.

Bij de overname van Studio Vandersteen had Standaard Uitgeverij de medewerkers werkzekerheid beloofd. Een lovenswaardig voornemen, ware het niet dat die kleine reeksen steeds verder afbrokkelden. Dus stelde ik Manu Van Treeck voor om Peter deeltijds voor mij te laten werken. Dat kwam alle partijen goed uit. Peter bleef in loondienst bij Standaard, zou drie dagen per week thuis De Kiekeboes inkten, waarvoor de uitgeverij mij maandelijks een factuur stuurde. Een soepele regeling van Manu, zoals het later genoemd werd. Het paste duidelijk bij de paringsdans om mij binnen te halen. En zo begon Peter eind april 1986 met het inkten van ‘Het witte bloed’.

Uitgeverij Hoste kreeg het steeds moeilijker om de albums in de markt te zetten. Het was tenslotte geen echte stripuitgever. Toen het bedrijf veranderde in De Persgroep werd de prioriteit gelegd bij kranten en weekbladen. Mijn contract liep ten einde en ik kon dus weg. Enig probleem was de backlist van 45 titels waarop zij nog jaren de rechten hadden. Uiteindelijk heeft Standaard Uitgeverij die overgenomen voor een veel te hoge prijs. Zo veranderden De Kiekeboes vanaf 1 januari 1990 van uitgever. En vanaf dan ging de verkoop in stijgende lijn.

Begin 1991 vertrok Manu Van Treeck. Peter deed ondertussen naast het inkten ook de decors, zodat hij haast de hele week voor mij werkte. Tegen een vriendenprijsje. Hij stond nog steeds op de loonlijst van de uitgeverij. Een soepele regeling van Manu, waarbij de nieuwe directie zo haar bedenkingen had. Ik kon hen geen ongelijk geven. Nu mijn verkoop in de lift zat en de perspectieven een stuk gunstiger waren, waagde ik het erop om Peter Koeken over te nemen. Nu, 25 jaar later, is hij er nog steeds.

Sinds ‘Het witte bloed’ heeft hij praktisch alles geïnkt. Zowel strips, covers als losse tekeningen. Zijn pennentrek werd de huisstijl. In de loop der jaren passeerden er een hele stoet aan potloodtekenaars. Dat leverde wel eens stijlverschillen op. Maar dankzij het inktwerk van Peter werden die grotendeels weggewerkt.

Peter is altijd beschikbaar. Dringende extra's doet hij wel even tussendoor. Doorgaans werkt Peter thuis. Want waarom alle dagen op en neer rijden als eens in de week volstaat? In al die jaren heeft hij alles bij mekaar nog geen vijf dagen verlet. Als wij op reis zijn komt Peter in mijn bureau werken, zodat de telefoon bemand is en praktische zaken geregeld worden. Hij staat ook voor 200% achter de strip. Terwijl ik kritiek of slechte recensies over me heen laat waaien, maakt Peter er zich echt boos om. Aan de Kiekeboes wordt niet geraakt!

In oktober wordt Peter Koeken 60. Dus nog vijf jaar en hij gaat met pensioen. Ik mis hem nu al.