Artikelindex

De weg naar de Europese Unie

9 mei 1950: de geboorte van Europa

In het voorjaar van 1950 stond Europa aan de rand van de afgrond. Door de koude oorlog dreigde een conflict tussen het oosten en het westen van het continent. Vijf jaar na het einde van de tweede wereldoorlog leek een verzoening van de vroegere tegenstanders ver weg.

De centrale vraag die Europa moest beantwoorden was hoe zij eerder gemaakte fouten zou kunnen vermijden en de basis zou kunnen leggen voor een duurzame vrede tussen de landen die nog kort geleden elkaars vijanden waren. De oplossing voor het probleem was de relatie tussen Frankrijk en Duitsland op een volledig nieuwe leest te schoeien. Tussen deze twee landen moest een hechte band worden gesmeed, en om hen heen moesten alle vrije landen van Europa worden gestimuleerd om samen een lotsverbondenheid tot stand te brengen. Maar hoe kon dit worden bereikt?

Jean Monnet, die over een unieke ervaring beschikte als onderhandelaar en vredestichter, stelde een ambitieus plan voor aan de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Robert Schuman, en aan de Duitse Kanselier, Konrad Adenauer. Hij had het idee een gezamenlijke kolen- en staalmarkt op te richten en deze onder het gezag te plaatsen van een onafhankelijke autoriteit. Op deze manier zouden de twee landen op dit terrein gemeenschappelijke belangen krijgen. Door de twee belangrijkste bedrijfstakken voor de wapenproductie samen te voegen zou een oorlog tussen deze landen onmogelijk worden. Dit voorstel, dat op 9 mei 1950 officieel werd aangekondigd door Frankrijk, werd positief ontvangen door Duitsland, Italië, Nederland, België en Luxemburg.

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), het eerste deel van de huidige Europese Unie, werd in april 1951 ondertekend. Hiermee werd voor Europa de grondslag gelegd voor concrete resultaten.

Elk jaar wordt 9 mei gevierd als de "Dag van Europa", een dag voor festiviteiten en evenementen voor het publiek waarmee de samenwerking tussen de volkeren van Europa wordt benadrukt. De datum voor de Dag van Europa is in 1986 gekozen ter herdenking van de verklaring van 9 mei 1950.

25 maart 1957: de Europese Economische Gemeenschap

Het plan-Schuman van 1950 leidde tot de oprichting van een Gemeenschap die eigen beslissingsbevoegdheden had, maar deze bevoegdheden hadden alleen betrekking op de kolen- en staalindustrie. Velen vonden dat andere gebieden ook in het experiment betrokken moesten worden. Onder druk van de koude oorlog werden nieuwe initiatieven ontplooid op het gebied van defensie en politieke unie. Omdat de publieke opinie hier echter vijandig tegenover stond, richtten de zes lidstaten van de EGKS zich op economische eenwording en besloten zij de samenwerking uit te breiden tot alle terreinen van de economie met het doel een gemeenschappelijke markt tot stand te brengen.

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, dat op 25 maart 1957 in Rome werd ondertekend, betekende het begin van een nieuwe fase in het proces van Europese integratie. Er werden instellingen en besluitvormingsmechanismen gecreëerd met de bedoeling nationale belangen te bundelen om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Daarmee werd de Europese Gemeenschap de spil van de Europese integratie.

De Verdragen van Rome werden van kracht op 1 januari 1958.


1 augustus 1968: de douane-unie

Op 1 augustus 1968 (achttien maanden eerder dan oorspronkelijk in het EG-Verdrag vastgesteld) verdwenen de laatste invoerbelemmeringen tussen de lidstaten en begonnen zij uniforme douanetarieven toe te passen op import van buiten de Gemeenschap. De douane-unie was hiermee een feit.

De afschaffing van de douanerechten binnen de Gemeenschap was een groot succes: de handel tussen de EG-landen verzesvoudigde tussen 1958 en 1970, terwijl hun gezamenlijke handel met de rest van de wereld verdrievoudigde. In diezelfde periode steeg het bruto nationaal product van de Gemeenschap met 70 %. Voor het eerst hadden Europese ondernemingen, net als in de Verenigde Staten, toegang tot de markt van een heel continent en konden zij profiteren van het dynamische effect van de opening van de grenzen. De douane-unie zorgde er ook voor dat de bevolkingen van de landen de praktische voordelen zagen van de Europese integratie. Dankzij import uit andere landen van de Gemeenschap beschikte de consument over een ruimer aanbod van goederen.

Later, in 1986, na de ondertekening van de Europese Akte, begon de Gemeenschap andere juridische en fiscale belemmeringen af te schaffen die de handel belemmerden en de instelling van een gemeenschappelijke markt bemoeilijkten.